Het verschil tussen een geregistreerd partnerschap en trouwen is niet zo groot. Waarom houden we beide in stand?
Het verschil tussen trouwen en een geregistreerd partnerschap is dat je elkaar bij een geregistreerd partnerschap geen ja-woord hoeft te geven. Eindigt de relatie en zijn er geen minderjarige kinderen bij betrokken dan kun je in principe zonder tussenkomst van een rechter uit elkaar. Voor het ontbinden van een huwelijk moet je altijd naar de rechter.
De overeenkomsten? Je bent met een geregistreerd partnerschap, net als bij een huwelijk, elkaars erfgenamen, bij kinderen heb je beiden automatisch het ouderlijk gezag en er geldt een alimentatieregeling voor eventuele kinderen als je uit elkaar gaat. Je hebt ook recht op elkaars pensioen. Het is maar waar je voor wilt kiezen, maar hiermee lijken beide contracten zoveel op elkaar dat je zou denken dat er eentje overbodig is. Het geregistreerd partnerschap zou dan mogelijk afvallen. Toch gebeurt dat niet.
Trouwen en geregistreerd partnerschap blijven beide bestaan
Om te begrijpen waarom beide, zowel trouwen als geregistreerd partnerschap, bestaan moeten we terug naar 1998 toen het geregistreerd partnerschap werd ingevoerd. Dat had niet alleen als doel om een stevig alternatief te bieden naast het huwelijk, maar vooral om paren van gelijk geslacht de mogelijkheid te bieden om hun relatie juridisch vast te leggen met vrijwel gelijke rechten als getrouwde stellen.
‘De eerste jaren kozen naast deze paren vooral oudere stellen, die vaak al een relatie achter de rug hadden, voor het partnerschap. Na de invoering van het homohuwelijk in 2001 bleef het partnerschap bestaan en heeft het in de loop van de jaren aan populariteit gewonnen, vooral onder paren van verschillend geslacht. Inmiddels kiest bijna een kwart van de paren die een formele verbintenis sluiten voor een geregistreerd partnerschap en steeds vaker zijn dit jongere paren die nog niet eerder getrouwd waren’, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in 2019.
Steeds meer stellen kiezen voor geregistreerd partnerschap
Tot dan toe was het voor paren van gelijk geslacht niet mogelijk om een juridisch contract vast te leggen. Ze mochten niet trouwen en er was geen alternatief. Dat kwam er met het geregistreerd partnerschap wel. Vanaf 2001 komt er een nieuwe doorbraak, stellen van gelijk geslacht mogen vanaf dat moment trouwen. Het geregistreerd partnerschap leek daarmee uit de gratie te raken en er gingen stemmen op om het af te schaffen. Er bleek echter nog altijd behoefte aan, bij zowel stellen van gelijk geslacht als heterostellen. Het bleek een welkome vorm tussen het samenlevingscontract en trouwen. En het aantal koppels dat kiest voor het geregistreerd partnerschap blijkt vanaf 2019 nog altijd toe te nemen.
In het eerste jaar werden er 4,5 duizend geregistreerde partnerschappen afgesloten. Er volgden erna wat dalingen en stijgingen en in 2014 was er weer sprake van een stijging. In 2018 werden er zo’n twintigduizend geregistreerde partnerschappen afgesloten, vier keer zoveel als bij de invoering ervan in 1998.
Regels zijn in de loop der tijd wel veranderd
-Ouderschap
De regelgeving rond het geregistreerd partnerschap is in de loop der jaren wel wat gewijzigd. Zo was in het begin het juridisch ouderschap niet automatisch geregeld als er kinderen kwamen. Dat is bij een huwelijk van partners van verschillend geslacht wel zo. Bij het geregistreerd partnerschap werd alleen de moeder juridisch ouder en moest de vader het kind erkennen. Het ouderlijk gezag was overigens wel direct geregeld. Bij paren van gelijk geslacht was er voor partners die niet de biologische moeder waren geen mogelijkheid om een kind te erkennen en de wettige ouder te worden.
-Uit elkaar gaan
Een ander verschil was de ontbinding van de relatie. Dit kon met onderling goedvinden ook buiten de rechter om verlopen. Een verklaring ondertekend door beide partners en een advocaat of notaris waren voldoende. Zelfs huwelijken konden worden omgezet in partnerschappen. Dat laatste leidde in 2009 tot een nieuwe wet: de wet bevordering ouderschap en zorgvuldige scheiding. Die werd in het leven geroepen ten gevolge van het enorme aantal flitsscheidingen. Dit zijn huwelijken die via een partnerschap worden ontbonden, zonder tussenkomst van de rechter. Gewoonweg door het huwelijk om te zetten in een geregistreerd partnerschap, en door vervolgens een makkelijke scheiding -zonder rechter te regelen. Met de wet was het vanaf dat moment echter niet meer mogelijk om een huwelijk naar geregistreerd partnerschap om te zetten. Ook moest bij het eindigen van een relatie in een geregistreerd partnerschap de rechter er voortaan aan te pas komen als er minderjarige kinderen bij betrokken waren, net als bij een huwelijk.
-Vaderschap en erkenning
En er kwam nog een verandering. In 2014 werden mannen binnen geregistreerde partnerschappen van verschillend geslacht, net als bij een huwelijk, automatisch de juridische vader als hun vrouw een kind kreeg. Ook voor paren van gelijk geslacht werd het mogelijk om een kind te erkennen. In lesbische relaties kon de partner van de biologische moeder het kind erkennen, in relaties tussen twee mannen kon een van de vaders het kind erkennen. Ook konden de partners gezamenlijk adopteren. Op dit punt werd het huwelijk en het geregistreerd partnerschap gelijkgetrokken.
Geregistreerd partnerschap zakelijker dan huwelijk
Opvallend detail is dat partners die een geregistreerd partnerschap afsluiten hun verbintenis vaak op maandagen en dinsdagen afsluiten, terwijl paren die trouwen de voorkeur geven aan de vrijdag. Het CBS zegt hierover: ‘Dit bevestigt de indruk uit eerder onderzoek dat het geregistreerd partnerschap zakelijker wordt benaderd dan het huwelijk, waar emotionele en symbolische overwegingen vaker een rol spelen.’ Overigens kan het direct omzetten van partnerschap naar huwelijk, wat eerder niet mogelijk was, vanaf het jaar 2000 wel.